In de nacht dat de koning van Katoren stief, werd op een andere plaats in het land een jonge geboren: Stach, nu 17 jaren jong, sterk en uiterst vindingrijk…
Op zijn eentje trekt hij ten strijde tegen het kwaad in de grote-mensen-wereld en daardoor door de bevolking waardig gevonden wordt om koning te worden.

Vanwege zes corrupte ministers die de macht in handen willen houden na de dood van de goede oude koning, krijgt de jonge zes aartsmoeilijke opdrachten, die erin bestaan onhebbelijkheden van het mensenras uit te roeien. De bedoeling is dat de jongen, die voor de ministers een lastpost is, eraan ten onder gaat. Maar door zijn eenvoud, eerlijkheid, humor en goedheid overwint de jongen telkens alle kwaad.

De steden waar hij de opdrachten moet uitvoeren hebben namen die voor zichzelf spreken:
in Deciben zal Stach moeten strijden tegen duizenden vogels, die ervoor zorgen dat de bewoners wegens het immense lawaai verplicht zijn om steeds met oorbeschermers rond te lopen…
In Wapenfelt staat er een merkwaardige boom: een granaatappelboom; wie zou hiervoor verantwoordelijk zijn?
In Smook moet hij de bevolking gaan bevrijden van een gevaarlijke draad…
In Uikemene brengt hij verzoening tussen de kerkvaders…
In Ekilibrië ontmoet hij naast een straatarme burgemeester de geheimzinnige tovenaar Pantaar…
En in Afzette-Rije komt hij via de knobbelreuzen bij de Tara’s…

Een stelletje journalisten volgenStach en staande voet, maar of Stack nu ook de nieuwe koning zal worden…
dat willen we hier nog niet verraden…