Geschiedenis van Vroeger tot Nu
Een eerste toneelopvoering in Maaseik dateert van 1644 door de studenten van de Paters Kruisheren ter gelegenheid van de prijsuitreiking. Toen reeds nam de stad de bouw van het podium voor haar rekening.
In 1856 werd in Maaseik ‘De Maasgalm’ gesticht, een zang- en toneelvereniging. ‘De Vrije Kunst’ vinden we in 1883.
In 1911 begonnen de Fraters met toneel, in een zaaltje op de Bleumerstraat met stukken zoals: ‘Beul en Martelaar’, ‘Garcia Moreno’ en ‘De toren van Londen’.
In 1912 wordt de ‘Vriendenkring’ gebouwd. Voordien speelden de katholieken nog in het patronaat, de oude dekenij op de Bleumerstraat. W.O. I maakte abrupt een einde aan de voorstellingen.
De E.H. Bernard Claessens richtte in 1923 het ‘Het Vlaams Volkstoneel’ op en speelde o.l.v., Oscar Gruyters, J. de Meester, A. Van de Velde en Staf Verbruggen, het stuk: ‘Pax’. Daarna volgden de opvoering van ‘Passiebloemen’ en ‘Sneeuwwitteke’.
De toneelkringen ‘Willen is Kunnen’ en ‘Het Eikeltje’ (Katholiek Vlaamse Meisjesbond) werden samengevoegd in 1925 en vormden de toneelgroep ‘Vast als Eyck by der Maese‘. Hun eerste stuk was: ‘Judas’ van C. Verschaeve o.l.v. E.H. Frans Beelen.
Burgemeester Driessen en architect Gessler polsten de E.H. Deken Kubben om gemengd toneel te spelen. Het mocht…doch alléén voor religieuze stukken. Onder de regie van Mathieu Croonenberghs kenden zij hun grootste successen. In 10 jaar werden 36 stukken aangeleerd, waaronder: ‘Pietje de Landloper’, ‘De Kaartridder van Heppeneert’, ‘En waar de ster bleef stille staan‘, ‘De grote Nul’ en ‘De Bokkerijders’ .
De patronaatszaal werd te klein. E.H. Deken Spitz en kapelaan Beelen ijverden voor een nieuwe zaal. Dit leidde in 1934 tot de bouw van de ‘Zaal Van Eyck‘ op de Koning Albertlaan. De laatste voorstelling voor het uitbreken van W.O. II was: ‘De Passiebloemen’.
P. Segers, A. silkens en G. Theeuwissen heropenden het openluchttheater te Sint Jansberg in 1950.
Na ‘Vast als Eyck bij der Mase’ ontstaat naast deze laatste ‘Het Maaseiker Toneel’, maar na onderlinge meningsverschillen wordt de nieuwe toneelvereniging ‘Speelgroep Van Eyck’ in 1953 geboren, met als eerste regisseur Gabriel Beckers.
Het trio Antoon Silkens, Gerard Theuwissen en Thieu Smits vormt het dagelijks bestuur van deze nieuwe groep, die zijn thuishaven vindt in ‘De Kring’. In de periode van 1949 tot 1961 speelden ze 157 Opvoeringen.
In 1955 start Mimien Hendrix het jeugdtheater met de opvoering van Beertje Boelala.
Met ‘De Blauwe Vogel’, een coproductie tussen Nederlandse toneelgezelschappen en Speelgroep Van Eyck in een regie van Jan Heteren, neemt onze toneelgroep haar intrek in het nieuwe Cultureel Centrum Achterolmen in 1976.
Vanaf dan voert Speelgroep Van Eyck jaarlijks drie producties op, één door het jeugdtheater in oktober en twee door het ‘groot’ toneel in december en maart.
Regelmatige deelnames aan het Limburgs toneeltornooi, waar we meestal in de eerste categorie of « uitmuntendheid » belandden, 30 jaar jeugdtheater, deelname aan het landjuweel in 1989, deelnames aan de revues o.l.v. en geschreven door Herman Hendrix, de opvoeringen naar aanleiding van de verkiezingen met « Maan », de historische herbeleving van de inhuldiging naar aanleiding van 150 jaar standbeeld Jan en Hubert Van Eyck vormden hoogtepunten in onze vereniging.
Maar uiteindelijk houdt het jeugdtheater op te bestaan en ook onze lentevoorstelling trekt steeds minder volk.
In de plaats van de voorjaarsvoorstelling van maart-april in het cultuurcentrum Achterolmen schakelt Speelgroep Van Eyck over op eenakteravonden, het ‘Wandeltheater’ die plaats vinden in vier horeca-locaties op de Markt.
De formule slaat aan bij het publiek en bij de spelers waardoor de sfeer er voor drie avonden goed in zit.
Samen met het Davidsfonds nemen we deel aan de ‘Nacht van de Geschiedenis’, waarbij we steeds de apotheose op het einde van de avond verzorgen.