1996 TOT NUT VAN HET ALGEMEEN
Inhoud
Psychologisch drama in vijf bedrijven van Walter Vandenbroeck.
Als je zo aan een feuilleton met toneelwerken van Walter van den Broeck bezig bent, denk dan ‘Greenwich’, ‘Groenten uit Balen’, ‘Tien jaar later’, dan valt zo’n introductie tot weer een anders stuk niet meer zo gemakkelijk uit.
We weten dat de schrijver kort bij het volk geleefd heeft. Dat hij met een kritisch oog het reilen en zeilen van kleinen en grote misverstanden observeert, en we weten tevens dat zijn werken zoals geen ander lenen tot het gebruik van een sappig volkstaaltje.
Ook in ‘Tot nut van Algemeen’ laat hij een kleurrijke groep opmarcheren. Ieder personage heeft zijn eigen onhebbelijkheden en zijn ingoede kanten. Mensen van vlees en bloed die we zonder intens speurwerk te plegen, gemakkelijk in onze omgeving kunnen aanwijzen. Corrupte gemeentepolitiek, schijnheiligheid, jeugdzonden en vereenzaming gaan de smeltkroes in en worden overgoten met wat relativerende, soms zelfs met sarcastische humor. Vermits de herkenbaarheid het handelsmerk blijft, heeft een regisseur soms de indruk zich zelf te plagiëren. Voor ons niet gelaten. ’t Moet niet altijd verrassend nieuw zijn als het maar goed genoeg is. Snap je dat spelletje tussen grootva en Alice niet direct?
Zie je de muur niet die ze optrekken tegen het onbegrip van de realiteit? Geen nood. De draad verlies je nooit en je eigen zorgen komen pas morgen. Maar hiermee hebben we nog geen korte inhoud zul je zeggen. ’t Nu eens echt niet nodig, die maak je zelf wel na het stuk.
regisseur
Jos Rutten
Cast
Ward De Langhe, Lies Van Esser, Jan Deckers, Mia Vandebosch, Gildy Hertogs, Wien Corstjens